De afgelopen jaren is het spanningsveld tussen de Nederlandse industrie en de overheid steeds meer op de voorgrond getreden. Hoewel beide partijen de noodzaak van verduurzaming erkennen, zijn ze in een patstelling terechtgekomen. Deze impasse brengt het behalen van onze klimaatdoelen in gevaar. Zo schreef minister Hermans onlangs dat het ‘waarschijnlijk lastig zal blijken om de indicatieve sectordoelstelling voor de industrie in 2030 te realiseren’. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Nederlandse industrie niet alleen blijft bestaan, maar ook bloeit in deze tijd van grote transities?
De oplossing ligt in een sterke samenwerking tussen industrie, overheid en andere stakeholders; omgevingsmanagement speelt hierbij een sleutelrol. In deze blog duiken we in het belang van deze samenwerking voor het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen en ontdekken we waarom omgevingsmanagement hierin een sleutelrol speelt.
De patstelling tussen overheid en industrie
Op het eerste gezicht lijkt de spanning tussen de overheid en de industrie een strijd om macht en invloed De Nederlandse industrie staat onder druk om versneld te verduurzamen: zij is immers verantwoordelijk voor maar liefst een derde van de CO2-uitstoot in Nederland. Minister Hermans benadrukte haar standpunt duidelijk: “We zullen stoppen met de gesprekken met bedrijven waaruit blijkt dat er geen ambitie is en dat er geen concrete plannen liggen, of in de toekomst zullen komen. Dit geeft ons de ruimte om met volle energie verder te gaan met de bedrijven die wel bereid zijn om echt stappen te zetten. ” Deze uitspraak laat zien dat de overheid de teugels wil aantrekken.
Het lijkt hiermee alsof de overheid en de industrie tegenover elkaar staan, terwijl ze in feite dezelfde gedeelde belangen nastreven: een duurzame toekomst en economische stabiliteit. Beide partijen willen vooruitgang boeken, maar lopen vast in een wirwar van belangen, regels en economische gevolgen. Deze impasse zorgt ervoor dat cruciale beslissingen uitblijven, wat de voortgang richting de klimaatdoelen vertraagt. Het is daarom van essentieel belang dat we de samenwerking tussen de overheid en de industrie bevorderen, zodat we de gedeelde belangen op de voorgrond kunnen stellen.
Tegelijkertijd eisen bedrijven meer duidelijkheid over maatregelen om hoge stroomnetkosten te verlagen en toegang te krijgen tot voldoende duurzame energie, aangezien zij te maken hebben met hoge kosten van (duurzame) waterstof en elektriciteit en grote onzekerheid over de toekomstige energievoorziening en infrastructuur. In een inventarisatie van het RVO zijn er voor 10 van de 14 Mton-CO2-reductieprojecten infrastructuurknelpunten geïdentificeerd, zoals de verzwaring van elektriciteitsaansluitingen, de ontwikkeling van de waterstof-backbone en ontsluiting voor CCS-projecten. Veel bedrijven blijven hiermee noodgedwongen afhankelijk van gas, wat hun CO2-uitstoot in stand houdt. Zo blijkt uit recente cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) dat Nederlandse industriële gemiddeld minder CO2-efficiënt is gaan produceren.
Omgevingsmanagement: de sleutel tot een license to operate
Om deze patstelling te doorbreken, is omgevingsmanagement een essentieel instrument. Omgevingsmanagement is meer dan alleen een set regels: het is een proces dat iedereen aan tafel brengt—van bedrijven tot overheden en van inwoners tot milieuorganisaties. Maar waarom is dit van belang voor de Nederlandse industrie?
Voor de ingrijpende transitie die de industrie moet doormaken, is het niet voldoende om enkel te voldoen aan regels en wetten. Belanghebbenden moeten actief worden betrokken bij het besluitvormingsproces om gemeenschappelijke grond te vinden. In de context van de klimaattransitie betekent dit dat we economische, sociale en ecologische belangen in balans moeten brengen. Deze mutual gains approach tussen belanghebbenden is van cruciaal belang: maatschappelijke druk en een veranderend politiek klimaat kunnen leiden tot protesten en negatieve publiciteit, wat innovatie en investeringen belemmert. Met andere woorden: zonder steun van de overheid, ngo’s en de omgeving riskeert de industrie haar ‘license to operate’ en daarmee haar toekomst.
Een voorbeeld hiervan is de (chemische) industrie, waar wij veel voor werken. Deze industrie is zwaar afhankelijk van fossiele brandstoffen. In plaats van reactief te reageren op overheidsmaatregelen, heeft deze sector baat bij een proactieve benadering door bijvoorbeeld samen te werken met overheden en universiteiten om groene alternatieven te ontwikkelen. Bedrijven beseffen dat hun toekomst afhangt van hun vermogen om zich aan te passen aan een veranderend maatschappelijk en politiek landschap. Door samen te werken met de overheid en andere stakeholders, kunnen ze zowel voldoen aan klimaatdoelen als nieuwe marktkansen creëren, zoals investeringen in groene technologieën die de concurrentiepositie van Nederland versterken.
De Klimaatdoelen: zonder samenwerking geen succes
Nederland streeft naar een 55% reductie van broeikasgassen in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Deze doelen zijn niet haalbaar zonder samenwerking tussen industrie, overheid en stakeholders. Omgevingsmanagement speelt hierbij een cruciale rol door een platform te bieden voor dialoog en innovatie. Een goed voorbeeld is het Klimaatakkoord waarin afspraken zijn gemaakt tussen verschillende sectoren en de overheid om gezamenlijk de klimaatdoelen te bereiken. Niet alleen in de planning, maar ook in de uitvoering is samenwerking tussen verschillende belanghebbenden van groot belang. Helaas loopt het daar vaak spaak. Omgevingsmanagement zorgt ervoor dat de samenwerking in de uitvoering intensief en effectief is en biedt de tools en het raamwerk voor een duurzame dialoog waarin samenwerking en wederzijds begrip centraal staan.
Kortom: alleen door proactief te investeren in een samenwerking tussen de verschillende belanghebbenden en het realiseren van mutual gains kan de industrie haar license to operate – en daarmee ook de klimaatambities – veiligstellen. Het is niet genoeg om af te wachten: de tijd om te handelen is nu.