Naar aanleiding van de oprichting Publyon SOM hebben we veel enthousiaste reacties en leuke opdrachten ontvangen. Maar we krijgen soms ook vragen als: wat doet een omgevingsmanager nou precies? We leggen de meest gestelde vragen voor aan onze oprichter en directeur Isabelle van Rossum.
Waarom ben je omgevingsmanager geworden?
Voor mij kwam de beslissing me op dit vakgebied te richten toen ik nog als public affairs adviseur bij Dröge & van Drimmelen werkte. Dit kantoor is vooral gericht op maatschappelijke thema’s als digitalisering en de energietransitie. In ons werk streven we vaak naar ambitieuze beleidsdoelstellingen op deze terreinen. Denk bijvoorbeeld aan het Klimaatakkoord, of de ambitie van Nederland om de digitale koploper van Europa te worden.
Tegelijkertijd begonnen in die periode de gele hesjes-protesten. Er kwam daarbij veel maatschappelijke woede los, over overheidsbeleid en projecten die daaruit volgden. Soms mondde het zelfs uit in gewelddadig protest: we kennen allemaal de beelden van het in brand steken van 5G-masten, of het uitstrooien van asbest bij de locaties van windmolenparken.
Het werd mij duidelijk dat draagvlak essentieel is om maatschappelijke opgaven aan te kunnen. Daar wil ik mij graag voor inzetten. Als omgevingsmanager doe je precies dat: het creëren van draagvlak voor projecten en beleid. Daarom ben ik destijds voor energiebedrijf ENGIE gaan werken om als omgevingsmanager draagvlak te krijgen voor de energietransitie. Ik werkte er met veel plezier aan projecten als waterstof, geothermie, groen gas, windparken en zonneweides.
Waarom heb je Publyon SOM opgericht, en waarom met Publyon?
Als omgevingsmanager in dienst van een organisatie, zoals ik was bij ENGIE, word je door sommige stakeholders gezien als enkel de belangenbehartiger van die betreffende organisatie. Dat geldt voor zowel overheden als bedrijven. Als externe omgevingsmanager kan je een onafhankelijkere rol innemen. Je treedt als ware op als intermediair tussen de organisatie en de omgeving. Dat komt je geloofwaardigheid en effectiviteit ten goede. Daarnaast worden veel projecten in de leefomgeving ontwikkeld vanuit een consortium, bijvoorbeeld een samenwerking tussen bedrijven en overheden. Een externe omgevingsmanager kan dan namens het consortium optreden, als gedeeld aanspreekpunt voor de omgeving. Die rol past me goed.
Ook zag ik de synergie met de dienstverlening van het Publyon-netwerk. Dröge & van Drimmelen heeft meer dan 20 jaar ervaring op het gebied van public affairs en corporate communicatie. Dat is heel relevant voor omgevingsmanagement. Want ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving staan niet op zichzelf: er bestaat een sterke wisselwerking tussen de politiek, media en maatschappelijk draagvlak. Neem bijvoorbeeld (houtige) biomassa. Eerst vormde het een belangrijk onderdeel vormde van het energiebeleid. Maar binnen korte tijd kwamen er steeds meer negatieve berichten in de media, nam de maatschappelijke weerstand toe, en de politieke steun af. Als gevolg daarvan zijn sommige biomassaprojecten nu zelfs in de koelkast gezet. Door de samenwerking met Publyon kunnen we op al deze borden tegelijkertijd schaken. Zo kunnen we opdrachtgevers optimaal adviseren en ondersteunen.
Dröge & van Drimmelen heeft ook al een bewezen track record op omgevingsmanagement. Denk bijvoorbeeld aan de begeleiding van de uitbreiding van de A27. Met Publyon SOM zetten we de volgende stap in de uitbreiding van deze diensten, specifiek gericht op het creëren van draagvlak voor beleid en projecten in de fysieke leefomgeving. Zo is Publyon SOM geboren. En ik ben heel blij en trots dat ik deze kar mag trekken!
Maar wat versta je eigenlijk onder draagvlak?
Draagvlak is een populaire beleidsterm, maar het is ook een problematisch begrip. Draagvlak wordt vaak gezien als het ‘mee’ krijgen van stakeholders. In de hoop dat er uiteindelijk consensus ontstaat, of dat er sprake is van actieve steun dan wel gebrek aan weerstand. Steeds vaker spreekt men van ‘acceptatie’. Waarschijnlijk om de verwachtingen een beetje te temperen. Maar in de toepassing lijkt acceptatie weinig te verschillen van draagvlak.
Helaas is draagvlak niet iets wat ‘gecreëerd’ wordt aan het begin van een beleidsproces of project. Het is geen stabiel fundament, waarop je vervolgens beleid kan bouwen en projecten kan realiseren. Het is juist constant in beweging, en moet continue opnieuw verdiend moet worden.
Voor mij gaat draagvlak om het goed omgaan met conflicterende belangen. De beschikbare ruimte in Nederland is schaars, en kan maar één keer gebruikt worden. Hierdoor ontstaan al snel conflicterende belangen. Bijvoorbeeld tussen overheden, bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties. Als niet ieders belang serieus wordt meegenomen, ontstaan conflicten. Mensen graven zich in achter hun standpunten, en komen er samen niet meer uit. Dat resulteert geregeld in mislukte projecten, gefaald beleid of wantrouwen en wrok onder bewoners. Dat voorkomen door belangen goed in balans te houden, is wat ik versta onder het creëren van draagvlak.
Wat doet een omgevingsmanager?
Omgevingsmanagers vormen de schakel tussen de organisatie en de omgeving. Ze zijn als het ware de voelsprieten van de organisatie in de samenleving. Zij brengen belangen, issues en ontwikkelingen in kaart en spelen daarop in.
In de praktijk verschilt de rolopvatting- en invulling sterk per organisatie en per project. De TU Delft onderscheid drie typen omgevingsmanagers. Vrij vertaald komt dat neer op de volgende profielen.
- Omgevingsmanager als intermediair. De omgevingsmanagers hebben een proactieve houding richting conflict, borgen de lokale belangen, en streven naar win-winoplossingen. Dit komt het dichtst bij de ‘mutual gains approach’: een aanpak die ontwikkeld is door Harvard en gericht is op consensus en het creëren van wederzijdse meerwaarde.
- Omgevingsmanager als projectmanager. De hoofdtaak van de omgevingsmanager is soepele projectontwikkeling, ondertussen rekening houdend met omwonenden waarbij je conflicten probeert te voorkomen.
- Omgevingsmanager als vergunningenmanager. De omgevingsmanager richt zich uitsluitend op het volgen van wet- en regelgeving. Inspraak van belanghebbenden vindt alleen binnen de formele besluitvorming plaats.
Hoe wij bij Publyon SOM onze rol invullen, gaat altijd in samenspraak met de opdrachtgever. In de meeste gevallen zit dat tussen 1 en 2 in. Het volgen van de formele procedures is vaak niet meer voldoende om succesvol beleid of projecten uit te kunnen rollen. En met de nieuwe Omgevingswet wordt participatie ook een wettelijke verplichting voor overheden en initiatiefnemers.
Kan een omgevingsmanager conflicten of weerstand voorkomen?
Door een goede strategie kunnen omgevingsmanagers veel onnodige conflicten voorkomen. Dat betekent niet dat iedereen altijd zijn zin krijgt. In sommige situaties zijn er nu eenmaal conflicterende belangen, zeker wanneer het gaat om wezenlijke zaken.
Vaak worden conflicten gezien als iets negatiefs. Conflicten worden uit de weg gegaan door een verlangen om projecten of een beleid zo snel mogelijk te implementeren. Dit werkt vaak averechts, omdat het juist het risico vergroot dat conflicten later escaleren met minder ruimte om nog tot oplossingen te komen. Maar conflict kan heel waardevol zijn. Het is een manier van belanghebbenden om hun betrokkenheid te tonen en hun belangen kenbaar te maken. Het is de kunst om deze conflicten goed te kunnen benutten, en dat is wat een omgevingsmanager doet.
Omgevingsmanagers zorgen er ook voor dat de organisatie niet voor verrassingen komt te staan doordat conflicten onverwachts de kop opsteken. Daarmee is stakeholder management ook een belangrijk onderdeel van risicomanagement.
Is participatie dé manier om draagvlak te creëren?
Participatie – het (vroegtijdig) betrekken van stakeholders – wordt vaak gezien als de sleutel tot draagvlak. Participatie wordt maar liefst 80 keer genoemd in het Klimaatakkoord. En de nieuwe Omgevingswet die in 2021 ingaat, maakt participatie vanuit die gedachte wettelijk verplicht.
Het betrekken van belanghebbenden is belangrijk, maar het is niet zo dat participatie per definitie leidt tot draagvlak. Participatie werkt soms zelfs averechts. In plaats van het creëren van draagvlak, organiseer je dan in feite je eigen weerstand. Bijvoorbeeld wanneer participatiekanalen alleen door felle tegenstanders worden benut, en de zwijgende meerderheid niet wordt gehoord. Of wanneer er sprake is van schijnparticipatie. Dan lijkt het alsof je mee mag doen en je stem ertoe doet, maar in werkelijkheid besluiten al voorgekookt zijn en plannen al vastliggen. Of wanneer de nadruk vooral ligt op bewoners maar andere stakeholders vergeten worden. Een participatietraject moet daarom altijd onderdeel zijn van een goed doordachte strategie.
Hoe zie je de toekomst van Publyon SOM?
Heel zonnig! Nederland staat veel ruimtelijke veranderingen te wachten. Naast dat er meer duurzame energie moet worden opgewerkt, moeten er meer woningen worden gebouwd en de digitale en fysieke de infrastructuur worden uitgebreid. En dat is slechts een kleine greep aan ontwikkelingen die ieder om ruimte vragen. Draagvlak bepalend is bepalend voor het slagen of falen van deze ontwikkelingen. Wij hebben de ambitie om op al deze gebieden een bijdrage te leveren. Daar past ook een groeiambitie bij: we verwachten de komende jaren ons team aan omgevingsmanagers sterk uit te breiden.